Weg met de wegwerpmaatschappij

24 juli 2024
Ik kan niet goed dingen wegsmijten. Het is een genetisch trekje, mijn hele familie heeft er last van. Zelfs iets dat kapot is: het lijkt altijd zo zonde van de energie en grondstoffen die in een product kropen om ze (eigenlijk letterlijk) tot de brandstapel te veroordelen. En een tweede leven geven aan spullen is toch het mooiste wat er is?

Onlangs stonden we (Veerle en ikzelf) samen op de straatrommelmarkt in St.-Amandsberg, met een hoop gerief waar we zelf geen boodschap meer aan hebben. Ik heb zelf recentelijk een verhuis/verbouwing achter de rug, en bij Veerle zit er eentje aan te komen. En meestal is dat zo’n goed moment om eens grote kuis te houden. Kleren die te klein zijn, spulletjes die niet meer relevant zijn of waar we op uitgekeken zijn, of ooit kregen en geen plaats voor hadden. Maar waarvan wegsmijten zonde zou zijn. En dan ben je blij dat je er iemand anders een plezier mee kan doen. Zelf kocht ik ook een jasje: toevallig was het helemaal waar ik al een tijdje naar op zoek was, en was het ergens wel een opluchting dat ik het niet ‘nieuw’ moest aanschaffen. Dubbel blij!

De ervaring is dus zeker voor herhaling vatbaar. Maar naast de rommelmarkt heb ik nog een hele resem aan methodes en tips om minder weg te moeten smijten. En ook minder nieuw te moeten kopen, wat mij ook best wel wat geld uitspaart. Hier mijn tips om de wegwerpmaatschappij uit de weg te gaan.

Meubels een tweede leven geven

Een van de zaken die ik vaststelde bij mijn verhuis, is dat heel wat meubels geen plaats meer hadden: omdat ik van een stek met losse meubels naar een stek met veel inbouwkasten ben gegaan, zat ik met heel wat meubels op overschot waar ik geen blijf mee wist. Ik heb ontdekt dat IKEA niet al te oude stukken, die nog in goede staat zijn, terugneemt. Je krijgt er zelfs nog een vergoeding voor, afhankelijk van de staat van het meubelstuk. Daarnaast is er uiteraard de kringloopwinkel waar ik zowat kind aan huis ben geworden, zowel voor donaties als voor inkopen. De meubels moeten dan wel nog in een redelijke staat zijn (anders worden ze ook niet aanvaard), of mits een schuurbeurt of een likje verf er weer als nieuw kunnen uitzien.

Wat mij brengt tot de leukste oplossing: upcycling! Dat wil zeggen dat iets dat oud en versleten is wordt herwerkt tot iets dat weer helemaal up-to-date en bruikbaar is. Buiten het eerder vernoemde likje verf en opschuren, kan je ook denken aan: herstofferen van stoelen en zetels, herstelwerken (laten) uitvoeren, een grondige opblinkbeurt, of gewoon ombouwen tot iets anders. Zo bouwde ik twee oude IKEA kasten om tot een konijnenkot en een sorteerstation voor de vuilbakken. Een vintage kastje kreeg een nieuw laagje verf, en eerder kregen oude stoelen uit de wachtzaal van mijn ouders een nieuw laagje stof (en werden de chroom buizen eens opgeblonken). Ook mijn zeteltjes, die door het konijn deels waren opgegeten, werden door een professional in ere hersteld.

Toegegeven, daar kruipt wel wat tijd in, maar het is voor mij gewoon een creatieve hobby. Als je zelf niet zo handig bent kan je het altijd laten doen, door een professional, of een hobbyist uit je omgeving. Online kan je trouwens massa’s tips opsnorren om oude meubels om te toveren tot iet nieuws.

En de meubels die wat krakkemikkiger waren geworden (twintig jaar oude IKEA meubels die al drie of vier keer uiteen en opnieuw in elkaar gezet waren…)? Die kregen een plaatsje in de kelder (of die van vrienden)!

Oude elektronische toestellen recupereren

Bij mijn verbouwing kwamen ook een aantal elektrische toestellen vrij, zoals een vaatwasmachine en een frigo. Ze werkten nog perfect, dus de frigo heb ik cadeau gedaan aan mijn ouders, maar je kan hem uiteraard ook verkopen, bijvoorbeeld op 2dehands.be. Doneren aan de kringloopwinkel is een andere optie, zelfs bij kapotte elektrische toestellen: sommige kringloopwinkels hebben hun eigen hersteldienst die ze opnieuw bruikbaar kunnen maken. Indien het toestel niet langer herstelbaar is, kan je het best naar het recyclagepark brengen, daar worden dan tenminste de grondstoffen en onderdelen nog gerecupereerd.

Kledij

Kledij heeft bij velen nogal een hoge ‘turnover’: het is te klein geworden, uit de mode, kapot of versleten. En af en toe iets nieuws in je kleerkast is ook gewoon fijn en goed voor je zelfvertrouwen. Maar textiel produceren heeft best een hoge voetafdruk: het is land- en waterintensief, en de processen erg vervuilend. Om nog maar te zwijgen van het feit dat heel wat textiel vandaag de dag synthetisch is – van plastic dus, ook al zou je dat op het eerste zicht niet zeggen – en een gigantische afvalberg veroorzaakt omdat het haast niet te recycleren is.

Kleren (en ander textiel, zoals gordijnen en lakens) kan je dus beter niet te snel wegsmijten. Zelfs als ze een beetje kapot zijn valt er vaak nog wel iets mee te doen.

Stukken die nog in goede staat zijn en van degelijke kwaliteit kan je gewoonlijk nog wel doorverkopen. Op de rommelmarkt, via Vinted, via Facebook, (voor kledij van goede merken) via tweedehandswinkels of soms kan het via het kledingmerk zelf: zo neemt Bellerose bijvoorbeeld gedragen stukken van hen terug en je krijgt er nog iets voor ook. Doneren kan uiteraard ook weer: niet alleen de kringwinkel maar ook organisaties zoals moeders voor moeders (kinderkledij dan) en organisaties die vluchtelingen helpen zijn maar al te blij met kledij en lakens, die nog in goede staat zijn.

Stukken die versleten zijn, kan je zelf degraderen tot vodden (dat bespaart dan ook de aankoop van allerhande kuisdoekjes) of kan je naar de textielcontainer in het recyclagepark brengen, zodat ze ook op één of andere manier gerecupereerd kunnen worden.

Maar ook kledij kan je een opfrisbeurt geven om ze er weer als nieuw te doen uitzien: je kan ze opnieuw verven. En dat is makkelijker dan je denkt: tegenwoordig is er all-in-one kledingverf te krijgen die je gewoon in de wasmachine kan toepassen. De pluisjes verwijderen kan ook wonderen doen. Ik heb daar een toestelletje voor, maar met een scherp mesje of scheermesje lukt het soms ook.

En als je net als ik een beetje handig bent met de naaimachine, kan je kledingstukken ombouwen, of van oude lakens en handdoeken nieuwe kleren (of kussenslopen) maken, en kleine defectjes herstellen. Of je kan hiervoor beroep doen op een naaister. Zo heb je regelmatig vernieuwing in je kleerkast zonder veel geld uit te geven. Daar kruipt inderdaad wat tijd in, maar het is wel een leuke hobby, en de voldoening van zo’n opgewaardeerd en uniek kledingstuk is des te groter. Oh ja, en ook hier is het internet een onuitputtelijke bron van inspiratie!

Opberg-, decoratie en keukenmateriaal

Decoratiemateriaal kan je op vergelijkbare wijze, en via zowat dezelfde kanalen doorverkopen en weggeven als de voorgaande twee categorieën. Voor borden en tassen passeer ik zelf wel graag eens in de kringwinkel, en doosjes en potjes worden tot in het oneindige opnieuw gebruikt (ook oude voedselverpakkingen).

Upcycling is niet altijd even gemakkelijk. Hier kan soms wat verf of een oud stuk stof, vilt, papier of zelfs gekleurde plakband wel wonderen doen en lelijke promologo’s doen verdwijnen, verkleuringen verbergen en tekenen van slijtage maskeren. Zo hebben bij mij al heel wat potjes, bloempotten en kadertjes een ander kleurtje gekregen en zagen ze er weer als nieuw uit. Een nieuwe bestemming geven is ook vaak eenvoudig: oude borden kunnen als schaaltje onder bloempotten worden gezet, of oude potten en tassen kunnen ook als bloempot worden ingeschakeld, glazen bokalen kunnen herbruikt worden om van alles en nog wat in te bewaren en schoendozen worden bij mij ingezet om stekkerverdelers en draden in te schikken.

Ook hier staat het internet bol van ideetjes, maar ik vind ze vaak niet echt praktisch, of je hebt er al heel wat speciaal materiaal voor nodig, of ’t is gewoon lelijk… Eentje waar ik echter wél fan van ben is ‘kintsugi’, een Japanse techniek om scherven aan elkaar te lijmen met goudkleurige lijm. Er bestaan kits voor, maar zelf doe ik het met gewone lijm en een lijntje goud- of koperkleurige nagellak.

Over herbruikbare zakken, zakdoeken en wattenschijfjes

Minder wegwerpen betekent ook zo min mogelijk wegwerpmateriaal kopen of gebruiken, en waar mogelijk, hergebruiken.

Tegenwoordig zie ik op Facebook soms reclame passeren van jonge hippe startups die afkomen met ‘reuseable tissues’. Gewone stoffen zakdoeken blijken dat te zijn, maar ze kunnen het verkopen als ware het een revolutionair idee! Ze doen maar, ik vind het best grappig en hopelijk kunnen ze inderdaad wat mensen overtuigen om af te stappen van de papieren zakdoekjes. Zakdoeken zijn trouwens ook gemakkelijk zelf te maken uit oude kleren (of lakens, dat zijn zo van die zachte stofjes). En enkele jaren geleden ben ik ook overgeschakeld op wasbare wattenschijfjes, werkt prima. Deze zijn makkelijk te maken uit oude handdoeken of washandjes. Keukenpapier gebruik ik enkel voor echt vuile klusjes wan ik heb een collectie vodden, uit verknipte versleten kleren, sokken, handdoeken, etc., voor alle soorten gebruik.

Herbruikbare zakken worden hier goed gebezigd. Ze zeggen dat je een herbruikbare stoffen zak 100 keer moet gebruiken om een (dun) plastic zakje te evenaren qua CO2-verbruik (we spreken hier nog niet over het afval). Als je even nadenkt kom je daar sneller aan dan het lijkt: als je twee keer in de week boodschappen doet ben je er na een jaar al. Als je dan nog eens bedenkt dat in een herbruikbare zak meestal dubbel zoveel inkopen passen dan in een plastic zakje, is dat al een halfjaar. Bij mij zijn die quota dus allemaal al ruimschoots overschreden, ook omdat ik ze ook voor allerhande andere doeleinden inzet.

Minder uitgaven, minder afval

Ik besef wel dat ik hier best ver in ga, maar ik ben nu eenmaal geen weggooier. En ik heb door de jaren heen geleerd dat alles bijhouden in de kelder (of de kast) ook geen zoden aan de dijk brengt; je kan het beter door iemand anders laten gebruiken, of zelf op een andere manier gebruiken.  

Want de wegwerpmaatschappij is in mijn ogen één van de slechtste trends die onze planeet de voorbije eeuwen is overkomen. Het heeft ons opgezadeld met een oceaan vol plastic en gigantische stortplaatsen die de grond vervuilen, tot zelfs decennia nadat het stort verdwenen is – in Europa gaat alles nu naar de verbrandingsoven of wordt het gerecycleerd, maar de ‘littekens’ zijn er nog.

Wegwerpitems zijn gemakkelijk en hygiënisch (in het geval van verpakkingen, zakdoeken en sponsjes en zo), maar ze hebben een prijs. Niet alleen voor de planeet, maar ook voor de eigen portefeuille. Eén keer investeren in een herbruikbare spons, een degelijk kledingstuk of een van degelijk materiaal gemaakt meubelstuk kan je ook veel geld besparen doordat je niet om de zoveel weken, maanden of jaren telkens nieuwe exemplaren moet kopen. Iets tweedehands kopen kost bovendien maar een fractie van wat het nieuw kost, en vaak zijn die ‘oude’ stukken van beter materiaal gemaakt dan die van de nieuwe generaties.

Van een wegwerpeconomie naar een circulaire economie

Het begint gelukkig meer en meer door te dringen dat die wegwerpmaatschappij niet deugd. Je ziet het aan het succes van de vele startups die met ‘revolutionaire’ herbruikbare tissues op de markt komen, de stormloop van jongeren naar tweedehands kledingwinkels, en de grote bedrijven en winkelketens zoals Bellerose en IKEA die meer en meer inzetten op terugname en hergebruik. De trend naar meer gebruik van natuurlijke, recycleerbare (of gerecycleerde) materialen is zelfs al ruime tijd aan de gang.

Maar het kan nog beter. Het is nog steeds niet standaard dat bouwbedrijven uitgebroken materiaal laten recycleren – ik heb daar bij mijn verbouwing steeds zelf het initiatief voor moeten nemen. Bovendien loopt de wereld nog niet over van goede vakmannen en -vrouwen die kledij, meubels en elektronica kunnen herstellen. Nieuw is helaas soms nog steeds goedkoper, en dat gebrek aan kwaliteit merk je gewoonlijk pas op nà de aankoop.

Maar jullie kennen mijn motto misschien ondertussen al: alle beetjes helpen!

Artikel delen?

Wil je ook meewerken aan de wereld van morgen?

Wordt ‘inventor’ en werk samen met bedrijven, allerhande organisaties en onderzoekers zodat zij beter weten wat jullie van hen verwachten.

Cookieconsent met Real Cookie Banner