Voedselbossen, een moderne tuin van eden?

29 september 2023
Bossen, die kennen we allemaal: weelderige, overvloedige, uitgestrekte en ongerepte wildernis, wemelend van het leven, een rijkdom aan allerhande soorten en imposant om te zien. Bossen bestaan prima op zichzelf. Maaien, wieden, sproeien of ploegen, het is allemaal niet nodig. Geen werk en ook geen mensen. Stel je voor dat alles in dit weelderige, spectaculaire bos eetbaar zou zijn! Enter: het voedselbos!

Wat is het?

Volgens Wikipedia is een voedselbos ‘een vorm van agroforestry die een onderhoudsarme en duurzame plantaardige voedselproductie nastreeft op basis van bosecologische processen’.

Agroforestry is een landgebruiksysteem waarbij het telen van landbouwgewassen of veehouderij gecombineerd wordt met de productie van houtige gewassen, meestal bomen, op eenzelfde perceel.

Dat is een behoorlijke mondvol … maar er zitten wel een aantal aspecten aan, zoals ‘onderhoudsarm’ en ‘duurzaam’, die op zijn minst interessant te noemen zijn. In een voedselbos wordt een brede waaier aan al dan niet eetbare planten zoals fruit- en notenbomen, struiken, vaste planten, klimmers en paddenstoelen, samengebracht op een stuk grond in verschillende lagen, waardoor de structuur van een natuurlijk bos wordt nagebootst. Tot zelfs 7 verschillende lagen worden zo op een slimme manier gecombineerd (zie verder).

Een voedselbos is eigenlijk de natuur het werk laten doen en de menselijke ingrepen tot een minimum beperken. Bemesten, bestrijdingsmiddelen sproeien, ploegen, etc. zijn dus helemaal uit den boze. Voedselbossen lijken dan wel op normale bossen, in tegenstelling tot deze bossen bestaan voedselbossen vooral uit eetbare planten. Een voedselbos heeft dus doorgaans een brede soortenrijkdom (biodiversiteit) en verbetert ook die van de omringende gebieden, iets wat de moderne, industriële landbouw vaak uit het oog verliest of althans heeft verloren.

De opkomst van de voedselbossen in onze streken is dan ook onlosmakelijk verbonden met de kritiek op en ongenoegen in onze huidige akkerbouw van monoculturen – velden met één gewas – met een ondermaatse biodiversiteit. Deze monoculturen worden zoveel mogelijk beschermd tegen belagers en woekerend ‘onkruid’ met synthetische pesticiden. Ook moet men tientallen keren met de tractor heen en weer rijden om te ploegen, zaaien, bemesten, pesticiden te spuiten, oogsten en dit telkens opnieuw. Deze manier van werken zorgde voor een overvloed aan goedkoop voedsel, waarmee de doelstelling van ‘nooit meer honger’ na de 2de Wereldoorlog is gerealiseerd. Maar, je voelt hem al komen, het heeft ook een aantal duidelijke nadelen die de laatste decennia alsmaar meer zichtbaar geworden zijn: verlies aan biodiversiteit, pesticiden in het milieu, emissies en ook schade door meststoffen, afnemende bodemkwaliteit, en ga zo maar verder. Geleidelijk aan werd en wordt het draagvlak groter om het anders aan te pakken en voedselbossen passen helemaal in dit plaatje.

Voedselbossen geen nieuw gegeven

Voedselbossen zijn hier misschien iets relatief nieuw, in tropische landen worden voedselbossen al duizenden jaren breed ingezet. In hun zogenaamde ‘home-gardens’ telen de mensen er allerhande vruchten, noten, etc., waarmee ze in belangrijke mate hun eigen voedsel kunnen telen en wat ze over hebben verkopen ze op de lokale markt. 

Sinds de jaren zeventig is de belangstelling voor voedselbossen ook toegenomen in meer gematigde klimaten – vooral in Engeland in eerste instantie, waar sindsdien verschillende voedselbossen van variërende taille zijn aangelegd. België volgt wat later en ook hier worden ze steeds populairder.

Doordat het echter nog een relatief jonge vorm van landbouw is en er zoveel verschillende vormen en maten van voedselbossen bestaan, zitten ze nog in een niche en is er ook geen eenduidige definitie. Afhankelijk van of je vertrekt van een bos of van een stuk landbouwgrond, de opzet en het verdienmodel, zijn er telkens andere regel- en wetgeving van toepassing.

Het zou te ver leiden om hier alles uit de doeken te doen, maar neem gerust aan dat zelfs een doorwinterende ‘voedselbosser’ regelmatig struikelt over wat mogelijk is en met welke wetgeving ze rekening moeten houden. Maar dit kan het enthousiasme niet tegenhouden en ondertussen bestaan er in Vlaanderen en België verschillende organisaties en projecten die de voedselbos-pioniers ondersteunen op allerhande vlakken: 

FoodForwardBos+Agroforestry VlaanderenInverdeFood Forest Institute, etc.

De verschillende lagen in een voedselbos

De grootste verschillen tussen klassieke landbouw en een voedselbos zijn het combineren van een pak plantensoorten in meerdere lagen. Deze lagen zijn opgebouwd in verschillende hoogtes, van meer dan 9 meter hoog tot enkele centimeters in de grond. Zo boots je een echt bos na en gebruik je het perceel optimaal, ook in de hoogte. Sommigen geven aan dat je vanaf 3 verschillende lagen al van een voedselbos kan spreken, maar doorgaans onderscheiden we toch zeker zeven lagen:

De 7 verschillende lagen in een voedselbos (figuur door Annelies Loos)
  • De hoge kruinlaag (9+ meter) wordt gevormd door de grote bomen zoals in een volwassen bos. Je vindt er vaak walnoten, tamme kastanjes, lindes en esdoorns. Zij stijgen boven de andere planten uit en vangen het zonlicht het eerst weg.
  • In de lage kruinlaag of tussenlaag groeien de kleinere bomen en grote struiken van 4 tot 9 meter. Je treft er fruitbomen en struiken als de hazelaar en vlierbes aan. Bij sommige van deze soorten is het interessant ze als struik of hakhout te behandelen. Zo kan de linde bijvoorbeeld geknot worden zodat het eetbare blad eenvoudig te oogsten is.
  • De derde laag is de struiklaag (±3 meter) met verschillende fruitstruiken als bramen, frambozen, aalbessen en kleinere noten- en zadenproducerende soorten.
  • De vierde laag is de kruidlaag met vaste planten van minder dan 3 meter hoog. Er passen in deze laag allerhande meerjarige gewassen van eetbare tot medicinale planten. Meerjarige, vaste planten worden door de opkomst van de voedselbossen op deze manier herontdekt: voorbeelden hiervan zijn artisjok en kardoen.
  • In de vijfde laag (0,2 – 1 meter) vinden schaduwminnende kruidachtige of laagblijvende houtachtige planten hun gading, zoals de smeerwortel, brandnetel, varens, zevenblad, etc. Deze bodembedekkende en kruipende planten kunnen zich sterk verspreiden en beschermen op deze manier de bodem. Van deze planten is ‘eetbaar zijn’ niet noodzakelijk het hoofddoel, maar het kan wel zoals bv. de bosaardbei.
  • De klimplanten als druiven, blauwe regen, passiebloem en kiwibes vormen de zesde laag. Deze overbruggen verschillende lagen, soms tot hoog in het bladerdek.
  • En tot slot is er nog de ondergrondse laag, waar je allerhande wortels en knollen, zoals bijvoorbeeld wortelen, schorseneer en aardepeer, terugvindt. Ook het rijke bodemleven met een netwerk aan schimmels, die paddenstoelen kunnen voortbrengen, behoren tot deze laag.

Een grondig-doordacht werkje van lange adem

Op het eerste gezicht lijken voedselbossen vaak een zootje en een bont allegaartje van struiken, bomen en planten, toch is de locatie voor elke plant zorgvuldig gekozen. In je eigen tuin kan je gerust wat experimenteren en geleidelijk aan een eigen voedselbosje uitbouwen. Maar als je hier echt een broodwinning wil van maken of het grootser ziet, is een planning en grondige kennis van de omstandigheden, de noden van de verschillende planten en hoe ze interageren met elkaar, toch wel nodig.

De samenstelling van de bodem, extreme temperaturen, lichtomstandigheden en de beschikbaarheid van water zijn belangrijke factoren die de keuze van de plantensoorten en variëteiten bepalen. De verschillende lagen worden zodanig gerangschikt dat voor alle planten samen een geschikt klimaat ontstaat om in te groeien en bloeien.

Grotere bomen kunnen bijvoorbeeld als windscherm dienen door ze aan te planten op de overheersende windrichting. Deze bomen geven daarnaast ook beschutting aan de andere lagen. In de zonnige randen worden de zonnekloppers aangeplant; op de bodem onder de bomen groeien de plantjes die het graag met wat minder zon en licht doen. Daarnaast moet je je voedselbos goed kennen om te weten wat waar groeit en welke producten je op verschillende momenten mag oogsten. In een voedselbos heeft alles dus een (of zelfs meerdere) functie(s); niet alleen de planten, maar ook de insecten en dieren. Zonder dieren is er immers geen voedselbos en niet alle planten in het bos dienen als voedsel voor de mens. Sommige planten worden ook aangeplant voor bestuivende insecten of plaagbestrijdende vogels naar het voedselbos te lokken.

Door verschillende plantensoorten met verschillende eigenschappen te combineren, kan er een robuust en quasi zelfvoorzienend systeem opgezet worden. Voedselbossen hebben niet veel onderhoud nodig. Afgezien van oogsten kunnen ze het grootste deel van het jaar met rust gelaten worden. Alleen ongewenste jonge boompjes of al te enthousiaste bodembedekkers moeten van tijd tot tijd ingetoomd worden. Maar een goed producerend en functionerend voedselbos heb je niet van jaar één. Bomen en struiken hebben wat tijd nodig om vruchten te dragen en hun rol optimaal te kunnen vervullen.

Voedselbossen: de toekomst van onze landbouw?

Zeggen dat voedselbossen de bestaande landbouw volledig van de kaart gaan vegen, is zonder meer een brug te ver. Sommige gewassen, zoals aardappelen en bloemkool groeien eenvoudigweg niet in zo’n systeem. Volgens experten kan een voedselbos zeker nut hebben voor duurzame productie van allerlei gewassen als niche en dus niet om in de grote massa van onze voeding te voorzien. Ze kunnen producten leveren die in een hogere prijscategorie vallen, maar andere vormen van landbouw zullen we blijven nodig hebben.

En eigenlijk doordat de meeste van de voedselbossen in ons gematigd klimaat nog relatief jong zijn, hebben we op de opbrengst ervan nog geen goed zicht. Anderzijds mogen we niet vergeten dat een voedselbos ook heel wat andere rollen vervult, zoals bijdragen aan de biodiversiteit, opslag van CO2 in de planten en de bodem en vasthouden van water. Maar ze worden evengoed gebruikt voor onderwijs of om de buurtbewoners samen te brengen. Die multifunctionaliteit, waarbij landbouw en natuur hand in hand gaan, mogen we zeker niet uit het oog verliezen en kunnen een belangrijke inspiratiebron zijn om ook onze klassieke landbouw duurzamer te maken.

Bronnen en meer info

Artikel delen?

Wil je ook meewerken aan de wereld van morgen?

Wordt ‘inventor’ en werk samen met bedrijven, allerhande organisaties en onderzoekers zodat zij beter weten wat jullie van hen verwachten.

Cookieconsent met Real Cookie Banner