Veel mensen vinden eten duur. Maar aan goedkoop eten hangt vaak een andere ‘prijs’: onduurzame productiemethoden, onderbetaalde landbouwers en/of werknemers in de keten of zelfs fraude… Gelukkig zijn er wel een aantal manieren om op een volledig logische, duurzame manier de prijs van je inkopen te drukken, en seizoensgebonden eten is er daar eentje van.
In komkommertijd (de zomermaanden zijn wel degelijk het seizoen waarin deze rijp zijn) smijten ze de komkommers bijna naar je kop. En wanneer het aanbod groot is, is de prijs laag. En iedereen die een eigen moestuin heeft, heeft al wel ondervonden dat er momenten zijn waarbij je de tomaten en paprika’s niet verwerkt krijgt in je eten en ze er op den duur langs je oren uitkomen.
Gaan voor die seizoensgroenten dus! Maar kómen die er dan niet telkens langs je oren uit als je je hierin beperkt?
Niet als je ze de rest van het jaar níet eet, weet ik uit ondervinding. Bovendien heeft elk moment van het jaar nog steeds voldoende variatie te bieden, als je eens wat verder kijkt dan ’the usual suspects’. “Maar wat met de winter?” hoor ik jullie al denken.
No worries, zelfs in januari – de maand met de minste seizoensgroenten – heb je nog altijd de keuze uit aardpeer, boerekool, knolselder, koolraap, palmkool, pastinaak, winterpostelein, rode biet, rode kool, roodloof, savooikool, schorseneer, spruiten, veldsla, witloof, witte kool, wortelen, crosnes, kardoen, ijsbergsla, little gem, pompoen, prei, rammenas, sojascheuten, waterkers, paksoi, uien, zoete aardappel en een heel arsenaal aan champignons. Genoeg om elke dag wat anders te eten.
Het leert je wat breder kijken, en zo krijg je automatisch meer variatie op je bord. Want uiteindelijk is het niet zo belangrijk hoe gevarieerd één maaltijd, of de maaltijden in één dag of zelfs één week zijn, maar dat er globaal genomen, doorheen het jaar voldoende afwisseling zit in wat je eet. En dat je genoeg groenten en fruit eet (uiteraard).
Zelf ga ik van de ene frenzy naar de andere, en zeker die groenten met een kort seizoen eet ik alsof ik ze nooit meer ga kunnen eten. Van asperges en zeekraal in de lente naar paprika’s en courgettes in de zomer, pompoenen en zoete aardappel in de herfst tot aardperen en witloof in de winter. Tegen het einde van het seizoen heb ik er weer effe genoeg van, maar als ik ze een tijdje heb moeten missen kijk ik er telkens weer naar uit. Heerlijk vind ik dat!
Maar hoe weet ik nu welke groente wanneer in het seizoen is? In de winkel zijn er wel wat tekenen aan de wand: Ten eerste, kijk naar de herkomst. Tenzij het gaat om gewassen die hier echt niet goed groeien, zoals avocado’s en bananen, het feit dat je boontjes kan vinden die in Europa zijn geteeld, betekent meestal het wel snor zit. Ten tweede, kijk naar de prijs. Lijken die tomaten jou wel héél duur? Teken dat het niet evident was om ze daar te krijgen, en dat het dus geen seizoen is.
Eet ik dan echt niets met tomaten in de winter? Toch wel hoor, maar dan niet met verse tomaten. Spaghetti kan je ook maken met tomaten in blik. En veel groenten moeten diepgevroren niet onderdoen voor hun verse equivalent. Nutritioneel en qua smaak is dat heus niet zo minderwaardig als vaak gedacht wordt hoor – met dank aan de industrie die daar het laatste decennium behoorlijk aan gesleuteld heeft.
Oh ja, ik heb ook alle informatie van wat-is-wanneer-beschikbaar eens verzameld in een handig Excel-overzichtje – daar kan je ze ook selecteren per maand, per type, etc, … Sexy is ’t ie niet, maar wel praktisch (wie trouwens zin heeft om daar iets schoons van te maken, laat maar iets weten)*.
En nu heb je dus geen excuus meer om het niét te proberen!
*Intussen heeft inventor en grafisch vormgeefster Tine Hoet daar een pareltje van gemaakt!