Hoe onze darmen praten met ons brein

21 maart 2022
Je moet geen neurowetenschapper zijn om aan te voelen dat ons brein en onze buik op de één of andere manier met elkaar verbonden zijn. De spreekwoordelijke knoop in jouw maag wanneer je een uitdagende presentatie moet geven, maagzweren die door stress worden veroorzaakt, emotioneel eten, en zelfs jouw intuïtie die opduikt in de vorm van een onderbuikgevoel, zijn allemaal aanwijzingen dat jouw hersenen en darmen met elkaar … uhm …. Ja, praten eigenlijk.

Maar wat veel minder voor de hand liggend is, is hoe sterk onze hersenen en darmen wel echt met elkaar gelinkt zijn. Er is steeds meer bewijs dat de darm-breinas één van de meest krachtige connecties in ons lichaam is, een darm-breinautosnelweg als het ware. Het netwerk van zenuwcellen in het spijsverteringskanaal, dat uit 100 miljoen zenuwcellen bestaat, is zo uitgebreid dat het de bijnaam ‘ons tweede brein’ heeft gekregen. Dit netwerk van cellen wordt vaak schromelijk over het hoofd gezien en bevat zelfs meer zenuwcellen dan het ruggenmerg. 

Naast de enorme hoeveelheid aan zenuwcellen vertoont ons tweede brein nog meer gelijkenissen met ons brein. Zo produceert de massa aan zenuwweefsel in onze darmen meer dan 30 verschillende signaalstofjes, de neurotransmitters, die typisch gelinkt worden met de hersenen en een grote impact hebben op de werking van ons lichaam. 95% van de neurotransmitter serotonine wordt geproduceerd en opgeslagen in onze darmen. Serotonine wordt ook wel het ‘gelukshormoon’ genoemd, vanwege zijn rol bij het reguleren van onze stemming en welzijn. Met andere woorden: onze darmen hebben een enorme impact op hoe (on)gelukkig we ons voelen. 

Het darmmicrobioom, het rare volkje dat onze darmen koloniseert

Een dikke kabel van neuronen loopt tussen de basis van de hersenen en onze darmen en vormt de nervus vagus, de langste hersenzenuw in ons lichaam. De nervus vagus is als een informatiesnelweg in twee richtingen, waarbij de hersenen en de darmen elkaar continu en binnen enkele milliseconden berichtjes sturen.   

 

Maar de nervus vagus is niet de enige manier waarop de hersenen en de darmen met elkaar praten. Onze darmen zijn de thuis van een ganse kolonie aan micro-organismen, die in de darmen leven en het darmmicrobioom vormen. En het is er bijzonder druk: ze zijn met honderdduizend miljard. Tien keer zoveel als alle lichaamscellen samen! 

Veel van deze micro-organismen leven aan de binnenkant van de darmen, waar ze in direct contact staan met de aanwezige zenuw- en immuuncellen. Zo kunnen de micro-organismen dus ook meeluisteren wanneer ons brein stress of angst voelt of wanneer we ons goed voelen. Maar de ‘beestjes’ in ons darmmicrobioom luisteren niet alleen, deze cellen geven zelf ook bepaalde signalen die teruggestuurd worden naar de hersenen. Het is zelfs zo dat 90% van de zenuwcellen in de nervus vagus informatie van de darmen naar de hersenen stuurt, en niet andersom. De signalen die in onze darmen ontstaan, kunnen onze hersenen dus enorm beïnvloeden! 

Stil! Mijn darmmicrobioom wil me iets vertellen!

Te weten komen wat er in het gesprek tussen ons lichaam en ons darmmicrobioom wordt gezegd en hoe we de teneur van dit gesprek kunnen veranderen ten gunste van onze (geestelijke) gezondheid is verre van eenvoudig.

Niemand kan de precieze samenstelling van een gezond microbioom voor jou uitschrijven en bovendien is de optimale mix waarschijnlijk sterk persoonsafhankelijk.

Er zijn nog heel veel zaken die onderzocht moeten worden, maar dat het gesprek tussen onze darmen, brein en de rest van ons lichaam beïnvloed wordt door ons darmmicrobioom, is onderhand wel duidelijk. Bovendien ‘spreken’ bacteriën en zenuwcellen chemisch gezien gedeeltelijk dezelfde taal. Bacteriën kunnen namelijk dezelfde chemische stoffen maken die hersencellen gebruiken voor communicatie, de zogenaamde neurotransmitters. 

De samenstelling van jouw darmmicrobioom heb je voor een deel zelf in de hand. Genoeg bewegen, goed slapen en voldoende ontspannen dragen allemaal bij aan een gezond microbioom. Maar voeding is veruit de meest bepalende factor. Want wat wij eten staat namelijk ook bij onze ‘beestjes’ op het menu.  

De micro-organismen in onze buik zijn dol op vezels, zo zijn ze het ook van oudsher gewoon. Het voedsel dat we in het verleden aten was vaak heel anders van samenstelling dan wat we nu soms eten. Veel van de oude, getrouwe compagnons in onze darmen dreigen we kwijt te raken door onze nieuwe manier van eten, en daarmee ook de gezondheidsbevorderende effecten van deze micro-organismen. Maar niet getreurd, dit is geen onomkeerbaar proces en wil ook niet zeggen dat we terug als een Neanderthaler moeten gaan eten. Door meer vezelrijk voedsel te eten, zoals volkoren producten, groenten, fruit, etc., kunnen we dit verlies eenvoudig corrigeren.  

Artikel delen?

Wil je ook meewerken aan de wereld van morgen?

Wordt ‘inventor’ en werk samen met bedrijven, allerhande organisaties en onderzoekers zodat zij beter weten wat jullie van hen verwachten.

Cookieconsent met Real Cookie Banner